dinsdag 8 april 2014

Hoorcollege TPACK 07-04-2014

Hoorcollege inz. ICT in het onderwijs (12 mei idem):
Inzetten van ICT en zin en onzin ervan:
Door Eric Meester FHKE à training van docenten op mediawijsheid.
Zoemt vandaag in op het model van TPack:

Mediawijsheid: op didactiek, pedagogiek, ICT-geletterdheid à docent staat hierbij centraal.  Daaromheen deskundigheid, infrastructuur en visie school (model MIM)
Mediadidactiek:
·         Interactief klaslokaal (bijv. Paddlet, Socrative etc.)
·         Apps
·         Gamification (inzetten van spelelementen/spelconcepten in het onderwijs à werkt motiverend.
·         Mobile devices

ICT verantwoording à Hattie (2009), Hoehler & Mishra (2006), Mayer (1999)
Kennisbasis Leraar basisonderwijs
TPack (Technological Pedagogical Content Knowledge)= van Koehler & Mishra (2006). Model van Universiteit Twente à Petra Fisser & Joke Voogt.
Hoe kun je dit in gedachte houden bij het ontwerpen van je onderwijs?
TPack – the Game à staat online
Het gaat om betrokkenheid en motivatie (=betekenisvol), niet zozeer dat lln er meer van leren. Passend onderwijs zie Doen (groepdoenvught )… op YouTube.Itzkan (1994) Substitution, transition and transformation.
Transition overstap van ict naar onderwijssituaties à biedt nwe mogelijkheden. Het is uitproberen (transformation; dn is het weer gewoon)
Kabouter Flop Reisbureau (YouTube)
Pionierkoerier.nl (BS de Pionier)
Holistische benadering.
Tijdschrift maken of krant (krantenmaken.nl)

Reisgidsdigitaalleermateriaal.org à gaat inzicht geven aan digitaal-leermateriaal (vanaf aug.2014)

zaterdag 5 april 2014

Curriculumanalyse deel D:

Vraag 5: Welke sterke punten herken je, wat zijn zwakkere punten?
Het antwoord op deze vraag mag je zowel als onderdeel van analyse B, C of apart documentje (analyse D), maar wel beknopt.
De leerdoelen en leerlijnen zijn duidelijk en zichtbaar binnen de 3 jarige opleiding. Vraag is nog waarom enkele leerdoelen vaker binnen de integrale opdrachten aan de orde komen dan anderen?

De implementatie van ontwikkelingsgericht beoordelen vraagt verbetering. Het belang van het portfolio met daarin o.a. het POP, is niet duidelijk bij de student en transfer van leerlijnen kan moeilijk gemaakt worden.  De belangrijkste feedback bij ontwikkelingsgerichte beoordelingen is kwalitatief, welke meer binnen de opleiding tot uiting mag komen. Uit onderzoek van Hattie en Timperley (2007) blijkt dat kwalitatieve feedback effectiever kan zijn voor het leren van studenten en hun motivatie, dan het geven van cijfers.
Bij de beoordeling van de integrale opdracht, krijgt de student een ingevulde beoordelingslijst. Deze lijst wordt samengesteld door de docent d.m.v. eigen feedback en ingevulde lijsten van medestudenten en wordt nabesproken. De feedback koppelen aan een POP en bespreken met de loopbaanbegeleider is voor studenten niet duidelijk of moeilijk. Vaak hebben zij het idee geen POP te hebben.  Uiteindelijk is het de bedoeling dat studenten zelfstandig een integrale opdracht kunnen vormgeven m.b.v. theorie uit de basisleerlijn en effectieve feedback die zij elkaar geven. De transfer van deze theorie en de ondersteuning van elkaar hierin, blijkt nog een probleem. Vooral docenten blijken hier van ondersteunende waarde. Wanneer studenten leren dit zelfstandig vorm te geven, kan dit voor docenten tijd opleveren voor effectieve feedback en dit kan bijdrage aan de motivatie van studenten (Hattie en Timperley, 2007).  
Vormgeven aan de loopbaan is het lot in eigen hand nemen en zelf sturing geven aan het vinden van betekenisvol werk of een vervolgopleiding die aansluit op eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. De student wordt tijdens zijn loopbaan in de opleiding begeleid in zijn ontwikkeling van vakmanschap en zijn persoonlijke groei. Loopbaanbegeleiding wordt als overkoepelend geheel van de opleiding aangegeven, maar om dit goed weg te zetten is ook hier meer tijd nodig. Zelf sturing leren geven aan de eigen ontwikkeling en het ontwikkelen van integrale opdrachten blijkt voor studenten een lastige opgave en de ondersteuning hierin mag verder ontwikkeld worden. Het is goed mogelijk dat, wanneer studenten leren elkaar effectieve feedback te geven en leren om zelfregulerend te werken, er voldoende tijd is voor docenten in de loopbaanbegeleiding.

Een sterk punt is de betrokkenheid en de energie die docenten steken in de lessen en het begeleiden van studenten. Verder professionaliseren is mogelijk door effectieve feedback aan elkaar en aan studenten te geven



Bijlage 1:

Het Kwalificatiedossier 2012/2013
Het KD bestaat uit 3 kerntaken:
- kerntaak 1: Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak.
Werkprocessen:
1.1 Inventariseert de situatie en wensen van het kind.
1.2 Stelt een activiteitenprogramma op.
1.3 Maakt een plan van aanpak.
- kerntaak 2: Opvangen en ontwikkelen van het kind/de jongere.
Werkprocessen:
2.1 Biedt het kind/de jongere opvang.
2.2 Biedt het kind/de jongere persoonlijke verzorging.
2.3 Draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden.
2.4 Biedt het kind / de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan.
- kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken.
Werkprocessen:
3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en  professionalisering van het beroep.
3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van  Kwaliteitszorg.
3.3 Stemt de werkzaamheden af met de betrokkenen.
3.8 Evalueert de werkzaamheden.




curriculumanalyse C

Curriculumanalyse deel C.
Stap 4
Inhoudelijke opbouw vh curriculum analyseren, de leerdoelen, leerlijnen/opbouw. Volg de opbouw vd leerlijnen en leerdoelen over de jaren heen. Gebruik het kd en referentiekaders taal en rekenen en leren loopbaan en burgerschap.

In overeenstemming met de wet Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen zijn de voor het mbo vastgestelde referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen van toepassing. Voor deze kwalificatie zijn beide referentieniveaus vastgesteld op 2F. Vanaf schooljaar 2013-2014 worden de resultaten  vermeld op de resultatenlijst. De resultaten voor Nederlands en rekenen tellen voor alle studenten nog niet mee in de slaag-/zakbeslissing. De kwalificatie eisen burgerschap zijn: de politie- juridische dimensie; de economische dimensie; de sociaal-maatschappelijke dimensie; de dimensie vitaal burgerschap.

Stap 5
Vraag 1: Welke leerlijnen/leerdoelen herken je?

De integrale leerlijn houdt in dat studenten per les-blok een beroepsproduct  ontwikkelen m.b.v. de integrale opdracht (IO). Dit is een grote opdracht waarbinnen meerdere beroepsaspecten van een pedagogisch werker in de kinderopvang zijn geïntegreerd. De student koppelt de werkprocessen van de IO aan de BPV (beroepspraktijkvorming). In deze leerlijn wordt ook de theorie en vaardigheden verworven die nodig is om de opdrachten te kunnen uitvoeren. Op deze manier ontwikkelen studenten hun competenties.

De basisleerlijn bestaat uit lessen die de noodzakelijke kennis, vaardigheden, houding en motivatie van studenten omvat die ze niet aanleren via de integrale opdrachten. Binnen de basisleerlijn worden ze ook voorbereid op de examens voor Nederlands en rekenen en werken ze aan burgerschapscompetenties.  

De loopbaanleerlijn is gericht op het betekenis geven aan de studie, studievaardigheden en uiteindelijk de loopbaan van de student. Belangrijke basis zijn de 3 kernwaarden van het Summa College: professionaliteit, toewijding en verantwoordelijkheid én de 5 elementen van loopbaanontwikkeling die in de landelijke kwalificatie-eisen beschreven zijn. Deze 5 elementen zijn vertaald als: ‘ontdek je talent’ (capaciteitenreflectie), ‘ontdek je passie, (motievenreflectie), ‘ontdek je werkplek’ (werkplekexploratie), ‘zelf aan zet’(loopbaansturing) en ‘in gesprek met’ (netwerken). Zie visie op LOB van het Summa College.

De keuzeruimte is een deel van de opleiding dat op verschillende manieren kan worden ingevuld. Bijvoorbeeld door een aanbod vanuit school dat verplicht is voor iedere student, een aanbod in overleg met het werkveld, een aanbod van diverse activiteiten waaruit studenten kunnen kiezen, of een door school goedgekeurd voorstel van studenten.
 
Vraag 2: Naar welke leerdoelen leiden deze leerlijnen?

De leerlijnen leiden naar de kerntaken 1 t/m 3 (zie bijlage 1 curriculumanalyse D), welke zijn onderverdeeld in de werkprocessen met daarbij behorende competenties. Het toetsen hiervan vraagt om het meten van gedrag in beroepssituaties, waarbij het Summa College ervoor heeft gekozen om bij ieder werkproces indicatoren te benoemen die concreet gedrag aangeven behorende bij de praktijksituatie.

Vraag 3: Welke integratie of samenhang van leerdoelen zie je?

De integrale leerlijn:
Basis voor de integrale leerlijn vormen de kerntaken. De integrale leerlijn bestaat uit integrale opdrachten, die de student de gelegenheid bieden om in samenhang te werken aan de ontwikkeling van zijn kennis, vaardigheden en houding. In deze leerlijn worden (toepassingsgerichte) kennis,
vaardigheden en houding aangebracht die nodig zijn om integrale opdrachten te kunnen uitvoeren.
Begeleiding en reflectie bij deze leerlijn vindt plaats op niveau van product, proces en competentiegroei. In het ontwerp van de opleiding is de integrale leerlijn opgebouwd uit: integrale opdrachten, beroepsactiviteiten (deelopdrachten) en ondersteunende onderwijsactiviteiten. Niet alle werkprocessen komen gelijkmatig aan de orde tijdens de gehele opleiding.

Basisleerlijn:
In de basisleerlijn worden activiteiten aangeboden (lessen, trainingen, workshops) om de student de
benodigde funderende kennis, vaardigheden en houding bij te brengen, die zij paraat moeten hebben om toepassingen te kunnen doen en die helpt om inzichten te krijgen. Op basis van het geleerde is een transfer mogelijk naar de andere leerlijnen, waardoor bepaalde keuzes in de integrale opdracht, de praktijk of tijdens een examenactiviteit worden beargumenteerd of toegepast. Begeleiding en reflectie in deze leerlijn richten zich op deelaspecten uit de competenties en de samenhang daartussen, en helpen de student om zich bewust te worden van zijn competentieontwikkeling. In deze lijn wordt ook generieke, algemeen vormende kennis aangeboden die niet te linken is aan integrale opdrachten.

Loopbaanlijn:
Vormgeven aan de loopbaan is het lot in eigen hand nemen en zelf sturing geven aan het vinden van
betekenisvol werk of een vervolgopleiding die aansluit op eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden
en motieven. Met de loopbaanbegeleider stelt de student hiervoor een leerroute op die hij in de vorm van een programma volgt. De elementen die in de loopbaanlijn aan de orde komen zijn: reflectie op die capaciteiten die van belang zijn voor de loopbaan, beschouwing van de wensen en waarden voor de loopbaan, onderzoek naar werk, loopbaangerichte planning en beïnvloeding van het leer- en werkproces en het opbouwen van contacten op de arbeidsmarkt. In het ontwerp van de opleiding bestaat de loopbaanlijn uit opdrachten en begeleidingsactiviteiten.

Vraag 4: Hoe komen deze leerdoelen in het primaire proces van jouw groep(en)/leerjaren terug (e.g. methoden, contractwerk, vakken en leermiddelen)?

Het vormgeven van het onderwijs start bij de integrale leerlijn. Integrale opdrachten vormen de rode
draad en de kern van opleiding. Hiervan uitgaande wordt invulling gegeven aan de andere lijnen. Ondanks dat er gestreefd wordt naar integratie van kennis, vaardigheden en houding, blijft de kennis- en vaardighedencomponent aantoonbaar in het programma aanwezig.
Binnen het Summa College wordt onderscheid gemaakt tussen het examineren (summatief
beoordelen) en ontwikkelingsgericht beoordelen (formatief beoordelen). De definitie hiervan is:
‘Ontwikkelingsgericht beoordelen (voorheen formatieve toetsing) is gericht op het opsporen
van sterke en zwakke punten in de competenties van de student. Deze vorm van beoordelen
leidt tot beslissingen die te maken hebben met het leerarrangement van de student en die
vastgelegd worden in het POP van de student.’



curriculumanalyse B

Curriculumanalyse deel B.
Intended.
Ideal:
In de Missie en Visie van het Summa College staat de student centraal. In de missie staat dat het Summa College een uitdagende leeromgeving wil bieden en een goede persoonlijke begeleiding, zodat iedereen succes kan boeken in zijn of haar eigen (leer)loopbaan.
Formal: Het Summa College wil meer studenten bereiken, meer succes voor studenten, een betere doorstroom van mbo naar hbo, groeiend vakmanschap in het onderwijs en een stevige verankering in de regio. Daarbij gaan zij uit van vijf pijlers:
1. Elke student heeft talent.
2. Docenten maken het verschil.
3. Klein binnen groot (groeperingsvormen).
4. Regio met grote ambities.
5. Uitdagende leersituaties.
De algemene kernwaarden zijn: professionaliteit, toewijding en verantwoordelijkheid. De visie en missie zijn erg algemeen en niet vertaald naar wat dat concreet betekent voor de praktijk.
Implemented.
Percieved: Binnen de opleiding Pedagogisch Werk niveau 3 (PW3) hanteren we bij het ontwikkelen van het onderwijs, de leerlijnen van ’de Bie’ . Vanuit deze leerlijnen is de leerinhoud ontwikkeld en worden studenten begeleid. Daarbij wordt uitgegaan van de leerdoelen uit het kwalificatie dossier met hierin kerntaken, waaronder de werkprocessen en bijbehorende competenties vallen (KD).
De algemene eisen van het ministerie van Onderwijs voor de vakken Nederlands en rekenen gelden nog niet voor alle leerjaren. Er wordt met landelijke methoden (COE, Tio) gewerkt en alle cohorten moeten de examens minimaal eenmaal gemaakt hebben. Engels wordt niet gegeven binnen de opleiding PW3, maar is wel gewenst door studenten en het werkveld.
Operational: De ontwikkelgroep van de opleiding PW3, ontwikkeld de gehele leerlijn van leerjaar 1 t/m leerjaar 3 n.a.v. het kwalificatiedossier. Hieronder vallen de leeractiviteiten, in de vorm van integrale opdrachten, de basisleerlijn, de beroepspraktijkvorming, taal, rekenen en burgerschap, de keuzeruimte, loopbaanbegeleiding en  ondersteunende activiteiten. De verschillende werkvormen die worden gebruikt zijn afwisselend en hebben als doel, zo veel mogelijk studentactiviteit te bewerkstelligen. Voor Nederlands en rekenen wordt de advieslijst didactische instrumenten gebruikt.
Leeractiviteiten worden door de ontwikkelgroep geëvalueerd samen met de betrokken docenten, waarna deze door vakgroepen worden bijgesteld of ontwikkeld. Toetsen m.b.t. de voortgang en examens worden door inhoudsdeskundige docenten ontwikkeld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het format ontwikkeling van examenbeleid op de school  en het vastgesteld beleid competentiegericht examineren  binnen ROC Eindhoven. Examinering dient een coherent en consistent geheel te vormen en te passen bij de onderwijsvisie en het curriculum, waarbij de student centraal staat. ‘Kwalificerend competentiegericht examineren (voorheen summatieve toetsing) is gericht op het in beroepssituaties beoordelen of een kandidaat beschikt over de vereiste competenties en deze op de juiste manier kan aanwenden bij het uitvoeren van één of meer kerntaken en werkprocessen.’
‘Ontwikkelingsgericht beoordelen (voorheen formatieve toetsing) is gericht op het opsporen van
sterke en zwakke punten in de competenties van de student en die vastgelegd worden in
het POP van de student.’
De leeromgeving speelt zich voor studenten voornamelijk af in klassen en het open leercentrum. De digitale leeromgeving waarvan gebruik gemaakt wordt mag uitgebreid worden, aangezien de lesmaterialen grotendeels niet digitaal zijn. Digiborden worden voornamelijk gebruikt voor de projectie van power-points. Voor meer interactief gebruik heeft bijscholing van docenten onlangs plaatsgevnden.
Vanaf schooljaar 2014/2015 gelden er voor het mbo nieuwe eisen rond onderwijsuren, waarmee de wetgever de kwaliteit van het mbo-onderwijs beoogt te verhogen. Op dit moment gaat de aandacht uit naar de tijd waaraan het onderwijs is gerelateerd en gaat het onderwijs hierop aangepast worden.  De onderwijstijd wordt vastgelegd in het rooster voor studenten en docenten alsook in de jaar-taak voor docenten.
De competenties behorende bij de rol van de docent bestaan algemeen uit de zorg voor het onderwijs (zie prezi). Hiermee kan aan de eisen die studenten en de overheid stellen aan het onderwijs worden voldaan. Onderwijsteams zijn zelfsturend met teamdoelen die met de directie worden geëvalueerd. Studiedagen m.b.t. enkele doelen zijn georganiseerd en worden als nuttig en interessant ervaren, maar doordat de onderwerpen divers zijn, prioriteiten niet altijd bekend en de tijd niet voldoende om ze te implementeren, wordt er onvoldoende mee gedaan. Onbekend is of andere teams aan dezelfde doelen werken, waardoor samenwerking kan ontstaan en doelen beperkter zijn.
Docenten hebben de mogelijkheid tot scholing, waarbij zij samen met teamleider kijken naar behoeften in ontwikkeling.
Attained.
Experiential and Learned:
Vanuit de tevredenheids-enquête afgenomen onder studenten blijkt dat boeken niet voldoende gebruikt worden, dat docenten niet op één lijn zitten en niet voldoende weten te motiveren. De organisatie van lesrooster, roosterwijzigingen en de organisatie van schoolzaken worden ook onvoldoende ervaren, evenals de informatievoorziening vanuit school. Theorielessen vinden ze interessant, maar toetsen en examens worden regelmatig onvoldoende gemaakt. Er is vanuit studenten behoefte aan herhaling van de theorie tijdens de drie jarige opleiding. De koppeling van theorie, integrale opdrachten en werkprocessen naar praktijk is door studenten zelf moeilijk te maken, zoals blijkt uit opmerkingen vanuit de praktijk en van studenten zelf. Daarnaast is voor studenten het gebruik van boeken en bronnen, niet vanzelfsprekend. Tijdens het werken aan opdrachten binnen de lessen en bij huiswerk, worden deze gebuikt i.o.v. de docent.



maandag 24 februari 2014

Divergent denken, oefening:
Gebruiksmogelijkheden baksteen:

  1. bouwen
  2. ruit ingooien
  3. boekensteun
  4. tafel verhogen
  5. schilderijen van maken
  6. deur-stop
  7. tellen (met kinderen)
  8. krijten
  9. plantenbak maken
  10. kampvuur maken
  11. stukslaan --> mozaïek
  12. als anker voor een bootje
Herontwerp: zoeken naar een divergente vraag die je uitnodigt om 'out of the box' te denken.
Door de formulering vd vraag uit de gebaande kaders treden.
Eerst divergeren en daarna convergeren.

Wat kunnen scaffolding en gerichte feedback voor ons onderwijs betekenen? -->
HOE ONTWIKKELEN MENSEN?
  • haalbare/ hoge doelen stellen
  • ervaring (van zichzelf of ervaring delen)
  • feedback geven aan elkaar
  • waar staan we precies en waar willen we naar toe?
  • competentie-relatie-autonomie
  • zone van naaste ontwikkeling
  • verdieping zoeken
  • ervaringen delen
  • het lef hebben om iets aan te pakken (durven aan te pakken)
  • samen leren/werken
  • spiegelen
  • noodzaak/ urgentie
  • met welke middelen?
  • wat zijn de randvoorwaarden?